Alle leerlingen die 1A of 2A volgen, krijgen alle basisleerplandoelen aangereikt. Wie extra uitgedaagd wil worden, kan kiezen voor verdieping. Die verdieping komt er door een hoger lestempo, een abstractere vraagstelling, complexere oefeningen of door extra doelstellingen die in een paar leerplannen van de algemene vorming opgenomen zijn. De keuze voor verdieping is een keuze die gemaakt wordt bij inschrijving en die de klassamenstelling bepaalt. De keuze voor basis en verdieping sluit geen talentpakketten uit en legt geen beperking op voor het tweede jaar.
In het eerste jaar kiezen onze leerlingen twee pakketten: hun talentpakket. Enkel wie in 1A kiest voor Latijn, maakt geen tweede keuze. Voor de talentpakketten bestaan geen leerplannen: ze zijn bedoeld om te ontdekken en te proeven. Het talentpakket loopt gedurende het ganse schooljaar door (2 x 2 uur per week of Latijn 4 uur per week). In 2A wordt één basisoptie gekozen (5 uur per week), in 2B kiest de leerling 2 basisopties (elk 5 uur per week). Voor de basisopties bestaan wel leerplandoelen. De talentpakketten wijzen dus de weg naar de basisopties, de basisopties op hun beurt naar een passend domein in de bovenbouw.
Binnen de modernisering zijn twee STEM-basisopties voorzien: STEM-technieken en STEM-wetenschappen. In beide basisopties staat STEM centraal: de componenten ‘science, technology, engineering & mathematics’ komen evenwaardig aan bod en gaan met elkaar in interactie. In STEM-wetenschappen gaat veel aandacht naar de interactie tussen onderzoeken en ontwerpen om een prototype te realiseren. In STEM-technieken gaat veel aandacht naar de interactie tussen het ontwerpproces en het realisatieproces om te komen tot een functionerend systeem of proces.
Illustratie van het onderscheid tussen beide basisopties aan de hand van een probleemstelling en de manier waarop dat probleem kan benaderd worden in beide basisopties. Probleemstelling: hoe maak je zo efficiënt mogelijk een tol (beyblade) die een bepaalde doelgroep aanspreekt?
STEM-technieken | STEM-wetenschappen |
Vanuit een prototype komen tot iets dat geproduceerd kan worden
| Onderzoeken welke verschillende parameters een rol spelen in de snelheid en beweeglijkheid van de tol: materiaal; zwaartepunt; vorm; overbrenging; gewicht; wrijving; … |
Het eindproduct produceren | Een prototype maken |
Reflecteren
| Reflecteren
|
Zich verplaatsen kost uiteraard wat tijd. De Keiwijzer koos er bij opstart voor om een aantal specifieke vakken te laten doorgaan in de naburige lokalen van het Lodewijk Makeblijde College. Het was een duidelijke keuze voor samenwerking, het delen van dure infrastructuur, het efficiënt en optimaal gebruiken van vaklokalen en het beperken van nodeloze en dubbele investeringen.
Bovendien komen de leerlingen van de eerstegraadsschool op die manier in contact met de bovenbouw vanaf het eerste jaar en kunnen ze kennismaken met en groeien naar een goeie studiekeuze en oriëntering in de toekomst. De lessen op verplaatsing worden ook steeds in blokken van 2 uur tot 4 uur georganiseerd, zodat het verkeer heen en weer tot een minimum wordt beperkt.
Door de nauwe samenwerking tussen onze scholen groeide het idee en de metafoor van de Schoolstraat, die ondertussen volledig gerealiseerd werd. Alle scholen en campussen liggen vlak naast elkaar, waardoor de leerlingen vanuit de De Keiwijzer tot in campus 4 kunnen stappen over de eigen schooldomeinen, wat uiteraard de veiligheid ten goede komt. De Schoolstraat staat meteen ook symbool voor onze samenwerking en elkaar ontmoeten.
Elk van onze leerlingen is het waard om voor te zorgen, ongeacht de klasgroep waarin hij/zij les volgt, ongeacht de onderwijsbehoeften die er zijn. Onze zorg begint in de klas: elke vakleerkracht is een specialist en staat klaar om de leerlingen bij de hand te nemen en stapjes vooruit te helpen zetten. Elke klasgroep heeft één of twee klasleerkrachten (het klasteam), die niet enkel aanspreekpunt zijn, maar ook de coach, de begeleider, de mentor van de klas. Het klasteam en de vakleerkrachten overleggen vaak en werken nauw samen met het zorgteam, de leerlingenbegeleiders, die waar nodig individueel aan het werk kunnen met leerlingen, occasioneel of volgens een regelmatig ritme. Het zorgteam ondersteunt de leerkrachten en zorgt voor de leerlingen tijdens de pauzes, samen met de opvoeders van De Keiwijzer. Het zorgteam overlegt wekelijks met het directieteam en tweewekelijks met het CLB.